Tijdens de laatste Gemeenteraad, polste Geert Roosenboom (Open Vld) naar het standpunt van de gemeente Zele omtrent de toewijzing van Zeelse sociale woningen aan huurders met eigendom in het buitenland.
Roosenboom legt uit: “Onze gemeente is immers grootaandeelhouder van de Gewestelijke Maatschappij voor Woningbouw en de voorzitter hiervan zetelt zelfs in het schepencollege van Zele, we moeten dus onze verantwoordelijkheid opnemen om te zorgen dat enkel zij die het echt nodig hebben, toegang krijgen tot het netwerk van sociale woningen ”.
Het belang van de zorgvuldige toewijzing van sociale woningen, werd versterkt door de recente communicatie van Minister Matthias Diependaele, waarbij hij benadrukt dat er extra middelen zullen worden voorzien in strijd tegen fraudeurs die misbruik maken van het recht op een sociale woning.
Het antwoord van de voorzitter van de Bouwmaatschappij was teleurstellend: “We wachten af.” Met andere woorden: voorlopig wordt er dus duidelijk geen initiatief genomen om fraudeurs op te sporen.
De voorzitter vervolgt: “Een onderzoek naar wanpraktijken zou gemiddeld tussen de twee maanden tot een jaar duren. We gaan eerst in overleg met de minister over deze kwestie voordat we enige actie ondernemen.”
Geert D’hooghe (Open Vld) was het niet eens met deze afwachtende houding en stelde duidelijk dat hij toch verwachte dat men bij onregelmatigheden een onderzoek zou instellen, tot in het buitenland toe. “Sociale Woningen zijn er voor behoeftigen, er is een lange wachtlijst, fraude hierbij is ontoelaatbaar” aldus D’hooghe.
Ook Fractieleidster Vanessa Gelorini (Open Vld) beaamt deze stelling: “De toewijzing van sociale woningen dient correct en eerlijk te verlopen, voor fraudeurs is geen plaats en dien men gebruik te maken van de middelen waarover men wettelijk beschikt”.
